De bloemen- en waterlelietuin die de Franse schilder aanlegde bij zijn huis in Giverny, vormden in de laatste decennia van zijn leven een onuitputtelijke bron van inspiratie voor Claude Monet (1840-1926). Monets eerste waterlelieschilderij dateert van 1895, maar de grote versies die in Musée de l’Orangerie in Parijs hangen, maakte hij pas na 1914. De nu wereldberoemde schilderijen van glycines en nymphéas werden in zijn eigen tijd echter totaal niet gewaardeerd door publiek en kunstcritici. Hoewel Monet na zijn vijftigste een bekend kunstenaar was – qua waardering en financiële middelen had hij niets te klagen –, moest men weinig hebben van de werken die hij in de laatste decennia van zijn leven maakte. Nadat hij twee schilderijen van Monet cadeau had gekregen, werd Monet door de bevriende Franse premier Georges Clemenceau aangemoedigd om een ambitieus werk te maken, waarin zijn geliefde motief van waterlelies de hoofdrol kon spelen. Acht monumentale rond gebogen muurpanelen zouden de beschouwer geheel moeten omgeven met atmosferische waterpartijen. Het resultaat wordt ook wel ‘De Sixtijnse Kapel van het impressionisme’ genoemd. Sinds 1927, het jaar na de dood van de grote meester, is de monumentale wandschildering te bewonderen in het toen net geopende Musée de l’Orangerie in de Tuilerieën in Parijs
Deze online shop gebruikt cookies voor een betere klantenervaring en een gemakkelijker gebruik van deze site. Door op de knop hiernaast te klikken of door verder te surfen gaat u akkoord met het gebruik van deze cookies.